5. apr, 2018

(1)

 

Jazeker, er zit een knik in mijn pen. Overigens niet alleen daarin. Er zit ook een knik in mijn geest, in mijn lichaam, in mijn sociale leven en in mijn bestaan als schrijver. Ik ben een geknikt mens.

Geknikt of niet, ik ben wel bezig met werken aan drie boeken tegelijk. In juni verschijnt mijn Middeleeuwenbundel, in september komt de dichtbundel Kameel naar het oosten uit en ik werk hard aan een novelle die volgend jaar het licht moet zien. In gedachten ben ik zelfs bezig met een raamvertelling die bestemd is voor het jaar 2021 of daaromtrent.

Is dat niet wat veel voor iemand van mijn leeftijd? Ja natuurlijk is dat veel. ‘Veel’ is eigenlijk niet eens het goede woord, ‘belachelijk’ komt meer in de buurt. Vanwaar die plotselinge geldingsdrang? Decennialang publiceerde ik nauwelijks iets en nu komt ineens deze lawine aan letterijver.

Misschien is dat het wel. Ik heb altijd al verhalen de wereld in willen sturen. Gefronste wenkbrauwen wilde ik zien of glimlachjes bij mijn absurdistische gedichten. Maar het kwam er nooit van. Ik wist de weg niet en ik vroeg de weg niet. Ik was te veel bezig met leven en overleven. Schrijven leek een bijzaak voor iemand met een druk gezin, een gezondheid vretende baan en daarnaast een eeuwigdurende studie.

Eerst moest ik voorbij de knik.