Wedijver
ik voel kanker, stomme ziekte
slopend gaan van knook tot knook
zwelgend vreet hij van mijn dikte
er is genoeg, ’t is voedzaam ook
maar míjn lijk zal hij niet krijgen
ik zal hem vóór zijn, ik ben groot
in mager humoristisch lijden
wat let me of ik lach me dood
Afbeelding: ‘Foockel Lach-een-reys en Lazarus Sonder-Zeer’ (uitsnede), ets en gravure, mogelijk Johannes of Lucas van Doetechum, <1653, Rijksmuseum, http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.326777
© 1983 Paul Christiaan Smis