Lot

Een ijle kreet. Ik keek omhoog naar de derde verdieping. Ze viel uit een raam. Haar jurk wapperde in de wind.

Met een paar stappen stond ik bij de gevel, precies in haar valbaan. Beheerst, de armen gespreid. Klaar voor de klap. Seconden verstreken suizend.

Toen en daar was ik haar heden of haar toekomst.

Vraag me niet waarom; het was een ingeving. Op het laatste moment stapte ik opzij.

Deel deze pagina