Koffie

‘…en zo denk ik erover,’ zei ik, behaaglijk achteroverleunend in mijn stoel.

Ze keek me een tijdje aan, glimlachte vriendelijk en stelde voor: ‘Kopje koffie?’

Zonder het antwoord af te wachten stond ze op en liep naar de keuken. Ik keek naar haar rug en vreemd genoeg communiceerde die gewoon verder. Haar naar koffie uitwijkende achterkant vertelde mij wat de vriendelijke ogen en de glimlach ook al hadden gezegd. ‘Dat was geen mening, lieverd, dat was een dictaat.’

Deel deze pagina