Adams klacht

 

Mijn naam is Adam, ik ben tuinman van beroep, maar ik zit zonder werk. Een tijdje geleden was er nog niets aan de hand. Ik snoeide, ik knipte, ik maaide het gras, alles was mooi en goed.

Nu heeft mijn baas me ontslagen. De dienstwoning ben ik ook kwijt; ik ben gewoon de tuin uitgeflikkerd.

Mijn chef is geen moeilijke man, maar hij heeft zo zijn eigenaardigheden. Een paar dagen geleden riep hij mij bij zich. Hij had een speciaal klusje voor me, heel secuur werk.

Midden in de tuin stond een boom, een fruitboom, niets bijzonders als je het mij vraagt. Daaromheen groeide hoog gras.

‘Kijk,’ zei de baas, ‘dat gras bevalt me niet, maai het kort. Oh, en nog eens wat, terwijl je maait zorg je ervoor dat je die boom niet raakt met je snoeimes. Het is een zeldzame en tere boom en ik hecht erg aan de vruchten. Je hebt me gehoord, Adam, niemand raakt dat fruit aan!’

Als je baas zo tegen je spreekt, geef je hem geen weerwoord. Je doet gewoon wat hij zegt, zoals het een brave tuinman betaamt.

De volgende ochtend begon ik aan de klus. Eva, mijn beeldschone vriendin, had mijn lunch voor me in vijgenbladeren verpakt. Ze kuste me bij het afscheid vol en langdurig op de mond en bijna was ik weer naar bed gegaan, want de lippen van Eva...

Het zal zo tegen de middag geweest zijn. Ik was lekker opgeschoten met het maaien en ik was een beetje rozig geworden. De zon stond hoog aan de hemel en het gemaaide gras lag uitnodigend aan mijn voeten.

‘Lunchtijd,’ dacht ik, ‘even lekker in het gras liggen.’

Ik pakte de lunch uit de vijgenbladeren en at mijn maaltijd met smaak op. Daarna moet ik zijn weggedoezeld.

Ik werd wakker door een zachte, warme aanraking. Een hemels gevoel trok door mijn lijf. Ik deed mijn ogen open en zag het gezicht van Eva, vlak boven het mijne. Ze had me willen verrassen, zei ze later. Nou, dat is haar wel gelukt.

Ze streelde met haar blote borsten voorzichtig over mijn lichaam. De krulletjes op haar onderbuik raakten de mijne.

‘Oh, Eva,’ fluisterde ik.

‘Hm, hm,’ kwam het uit haar mond.

Dat was niet omdat ze mijn naam niet wist, maar omdat ze, heel grappig, een grote sappige vrucht tussen haar tanden hield. Een beetje van het sap droop naar beneden, zó in mijn mond. Eva keek me ondeugend aan.

Ik pakte mijn lief met beide handen om haar middel, ik hief mijn hoofd op en nam een hap van die vrucht. Best lekker, hij smaakte zoet.

Ze liet het stuk fruit uit haar mond vallen en wilde me kussen. Ik weet niet wat me bezielde, maar in plaats van terug te kussen, flapte ik eruit:

‘Hoe kom je eigenlijk aan dat ding?’

En toen kwam mijn baas eraan.

 

 

 

 

Afbeelding: https://www.rijksmuseum.nl/nl/zoeken/objecten?q=tuinman&p=2&ps=12&st=OBJECTS&ii=0#/RP-T-1943-62(R),10

 

 © 2017 Paul Christiaan Smis